Papenhater, overste Langnagel, is mogelijk vergiftigd
De beroemste admiraal van de watergeuzen is ongetwijfeld Willem van der Marck, heer van Lummen, een gemeente die tegenwoordig in Belgisch Limburg ligt. Hij wordt kortweg Lumey genoemd. Lumey ‘verovert’ op 1 april 1572 Den Brielle, de eerste stad die in handen blijft van de rebellen en wordt daarna, op 20 juni 1572, luitenant (in de betekenis van stadhouder of plaatsvervanger) van Willem van Oranje en admiraal van de watergeuzen.
Charles Boisot, broer van Lodewijk Boisot, die in eerste instantie voor deze functie van admiraal is gevraagd dankt voor de eer. Boisot verwacht dat hij de watergeuzen niet in de hand kan houden. Lumey denkt dat hij dat wel kan. Willem van Oranje leeft op gespannen voet met de geuzen. Hij probeert samen met zijn broer Lodewijk van Nassau een bruikbare vloot te vormen met de geuzenschepen. Het geld dat met de kaapvaart wordt buitgemaakt, is bestemd voor de strijd tegen Alva. Maar veel geuzen trekken zich niets van de afspraken aan.
Tijdens de veldtocht in 1568 in Heiligerlee vestigt Lumey zijn reputatie. Hij is wreed en haat iedereen die katholiek is. Bij de onthoofding van Egmond en Hoorne zweert Lumey zijn haar, baard en nagels te laten groeien tot hij wraak heeft genomen. Lumey krijgt zo de bijnaam overste langnagel. Den Brielle neemt hij met z’n 600 tot 1100 watergeuzen in en tegen de afspraak met Willem van Oranje in laat Lumey een aantal monniken, die de geschiedenis in gaan als de Gorkumse Martelaren, vermoorden. Zie: Marinus Brandt. Veel Hollanders haten Alva maar zij zijn ook beducht zich bij Van Oranje aan te sluiten vanwege de geuzen. Niet Van Oranje maar Lumey heeft de feitelijke leiding van de Opstand. (bron: Tussen vrijheidsstrijd en burgeroorlog J.J. Woltjer)
Lumey denkt zelf ook dat hij de leider van de Opstand is. Lumey’s moedertaal is Nederlands, terrwijl de Prins liever Frans en Duits spreekt. Lumey is half-Hollands. Zijn moeder is Margaretha van Wassenaar. Lumey is echter allerminst diplomatiek, zoals Van Oranje. (bron: Willy Alenus)
Foto boven: admiraal lumey, Willem van der Marck (14 oktober 1542 Lummen – 1 mei 1578 residentie op de Sint- Maartensberg in Luik), afgebeeld als veroveraar van Den Brielle. De edelman uit Zuid Nederland is berucht om zijn wreedheden. Bron tekening: familiearchief Van Wassenaer. De huiskapelaan van de familie Van Wassenaer, Dirk Woutersz van Catwijk, zou de tekening hebben gemaakt. Lumey’s moeder is Margaretha van Wassenaar.
Hiernaast: In het begin van de Opstand
ontstaan tal van liederen. Allerlei
wapenfeiten worden bezongen. Uitgave uit 1616.
Met afschuw wijzen Nederlanders op de moord van de monniken uit Gorinchem (Gorkum) op 8 of 9 juli 1572. Louis Paul Boon schrijft in zijn Geuzenboek echter dat deze moord in geen enkele verhouding staat met het grote aantal gruweldaden dat onder het Spaanse gezag in Vlaanderen en Brabant, in het huidige België, wordt begaan. Lumey belooft op 22 juli 1572 in de vergadering van de staten van Holland in Dordrecht zich te houden aan de instructies van Willem van Oranje. Lumey blijft ondanks zijn belofte katholieken hard aanpakken.
Steeds meer steden sluiten zich aan bij de Opstand. Alleen Middelburg, Amsterdam en Goes blijven Spaans. De Staten van Holland vergaderen vanaf 10 augustus 1572 in Haarlem over het voortzetten van de strijd. Het beleg van Amsterdam, één van de laatste steden in Holland in Spaanse handen, staat centraal. Lumey is inmiddels gouverneur (stadhouder) van de prins in Zuid Holland en komt met zijn troepen naar Haarlem op 12 augustus om Amsterdam te belegeren. Wigbolt Ripperda, de commandant van zijn lijfwacht, wordt gouverneur van Haarlem en spreekt de Haarlemmers keer op keer moed in tijdens de belegering (december 1572 – juli 1573).
Na een geslaagde uitval van de Amsterdammers moet Lumey al na negen dagen het beleg van Amsterdam staken. In het zuiden van de Nederlanden valt een belangrijke steun voor de Opstand weg na de Bartelomeusnacht (23 augustus 1572). De Franse Koning haalt vrijwel alle Hugenoten naar Parijs en laat hen (zo’n 20.000 tot 35.000 mensen) vermoorden in de zogenaamde Bartelomeusnacht. Een belangrijke steun voor Willem van Oranje, de Hugenoten, valt weg. Optimisme maakt plaats voor verslagenheid. Begin september vertrekt Lumey naar Schoonhoven om deze stad te veroveren. In november valt Zutphen, waarmee het Noorden en Oosten van de Nederlanden verloren zijn gegaan. Nadat ook Naarden op beestachtige wijze is onderworpen op 1 december trekken de Spaanse troepen via Amsterdam naar het volgende slagveld: Haarlem.
Links: Schilderij van J. Keller (1698 – 1765). Een romantische voorstelling van de inname van Den Brielle. Het schilderij hangt in het historische museum van de stad. De roemruchte kapiteins Marinus Brandt en Adam van Haren bereiken als eersten het toenmalige eiland Voorne. Admiraal Lumey, zijn plaatsvervanger – schout bij nacht Blois van Teslong, kapitein Roobol en veerman Koppelstock spelen een hoofdrol bij de bevrijding van Den Brielle. Elk jaar op 1 april wordt de bevrijding nagespeeld.
Links:Portret van Willem van der Marck, heer van Lumey (1542 – 1578), gemaakt na 1572. De kopergrave is eigendom van het streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg. Lumey geeft opdracht tot het vermoorden van de geestelijken uit Gorinchem. Den Brielle groeit daardoor later uit tot bedevaartsoord.
Lumey luistert slecht naar Willem van Oranje
Op 4 december zuivert Ripperda, die in Geneve het Calvinisme leerde kennen, de St Bavo in Haarlem van alles wat katholiek is. Hoewel met de prins is afgesproken dat er geen vernielingen worden gepleegd gebeurt dit toch. Ripperda heeft direct contact met Lumey. Hij is commandant van de lijfwacht van Lumey. Lumey voelt zich niet de mindere van Willem van Oranje. Zolang de Staten van Holland hem steunen, gaat hij zijn eigen gang.
Tot nu toe vechten legers in de winter nooit. Nu wordt daar van afgeweken. Haarlem zou slecht worden verdedigd. De Spanjaarden moeten daarom onmiddellijk toeslaan. Het huis te Kleef van Brederode, het Reguliersklooster en het Leprozenhuis vallen in handen van de Spanjaarden voordat ze kunnen worden vernield. Spionnen horen dat de geuzen in Noordwijk wagens verzamelen om de insluiting van Haarlem te voorkomen.
Don Frederik, zoon van de hertog van Alva, rijdt op 13 december 1572 met zijn troepen via Tetterode (Overveen) en Aerdenhout, de geuzen onder leiding van Lumey, tegemoet. Lumey trekt langs het Manpad (zie foto rechts) naar de Haarlemmerhout met 4000 man, 200 ruiters en vier kanonnen. Bij Berkenrode ontmoet de hoofdmacht van Lumey de goed getrainde Spaanse troepen in de dichte mist. De geuzen slaan al snel op de vlucht. Tot Hillegom, anderhalf uur lopen, worden de rebellen achtervolgd. Zo’n 700 van hen sterven. De Spaanse tercio’s hebben nauwelijks mensenlevens te betreuren. De vier dagen daarna wordt Haarlem ingesloten. Zie het beleg van Haarlem.
Het prinselijk leger ligt in Sassenheim en Sonoy, gouveneur van de prins in het Noorderkwartier, heeft troepen in Egmond.
Op 18 december 1572 om acht uur ‘s morgens beginnen de beschietingen van Haarlem. De kanonnen liggen op 120 meter van de Sint Janspoort. 680 salvo’s zijn die eerste dag te horen.
De stormloop die daarna volgt is slecht voorbereid en de bres in de muur niet groot genoeg. De Spanjaarden lijden een grote nederlaag. Tweehonderd soldaten vinden de dood bij deze eerste stormloop. De Haarlemse verliezen blijven gering: slechts acht doden. Deze eerste overwinning is belangrijk voor het moreel. De Haarlemmers zien dat ook de goed getrainde Spanjaarden verslagen kunnen worden.
De geuzenvloot op het Haarlemmermeer wordt echter verslagen en Haarlem raakt totaal geïsoleerd. De stad moet na een lange strijd van zeven maanden capituleren.
Lumey ‘de Papenhater’ plundert onder meer het O.L. Vrouweklooster in Loosduinen en de Rotterdamse St. Laurenskerk. De later heilig verklaarde rk priester Cornelis Musius markeert het einde van Lumey als stadhouder en kapitein-generaal van de watergeuzen. Lumey beledigt Musius waar Willem van Oranje bij is. Musius is zo bang geworden voor Lumey dat hij uitwijkt naar Den Haag.
Onder: Geuzenpenningen in de vorm van een halve maan, symbool van de geuzen. Op de penningen staat: liever Turks dan paaps (Koning Philips is ook in oorlog met het Osmaanse rijk) en En despit de la mes, in hedendaags Frans: En dépit de la messe (Tot spijt van de mis).
De prins is zeer ontstemd over het vertrek van Musius en geeft uitgerekend Lumey opdracht Musius terug te halen naar Delft. Musius wordt door een strijdmakker van Lumey, Gijsbert van Duvenvoirde (Duivenvoorde), heer van Obdam, bevelhebber van het Haagse garnizoen gevangen en zou een belangrijke rol bij dienst dood hebben gespeeld. (Gijsbert is de opa van admiraal Jacob van Wassenaar).
Lumey, verantwoordelijk voor de dood van de Martelaren van Gorkum, brengt de priester naar Leiden. Begerig naar het geld en de kunstschatten van het Agathaklooster in Delft wordt Musius gruwelijk gemarteld. In de avond van 10 op 11 december 1572 hangen Lumey en zijn aanhangers Musius in Leiden op. Musius wordt nadien als een martelaar voor zijn geloof door rooms-katholieken vereerd.
Na deze schanddaad wordt de positie van de wrede Lumey langzamerhand onmogelijk. Leidse schutters zetten hem in opdracht van Willem van Oranje gevangen in Slot Honingen in Rotterdam (zie foto onder). Dat gebeurt op 5 of 6 januari 1573. (Volgens A.P. Bijl; een prince van Oraengien, zit Lumey in het slot van Gouda gevangen). De geuzen zijn verontwaardigd. Wanneer Lumey vrij komt neemt hij wraak. Het slot wordt grotendeels verwoest. Later wordt hij opnieuw beschuldigd, nu van rebellie. Van Oranje zorgt er echter voor dat hij in 1574 vrij komt.
Maar in 1576 wordt Lumey alsnog verbannen. Hij sterft op 1 mei 1578 in zijn bed, in zijn residentie op de Sint- Maartensberg in Luik. De doodsoorzaak is niet duidelijk. De laatste maaltijd krijgt hij bij Herman van Rennenberg (of Lalaing) op 22 of 23 april. Koning Philips zorgt iets later er voor dat Herman bisschop wordt van Utrecht.
Volgens een andere lezing sterft Lumey (zie foto rechts) aan een beet van een hondsdolle hond. Nog een andere bron (de meest waarschijnlijke) meldt dat hij in Luik is vergiftigd in zijn residentie op de Sint-Maartensberg.
Links: Het vrije Holland en Zeeland in 1572. Amsterdam, Utrecht, Goes en Middelburg en nog een paar andere steden blijven koning Philips ll trouw.
Wie is Musius?
Cornelis Musius, geboren in Delft in 1500, studeert in Leuven, Atrecht, Parijs en Poitiers. In 1538 keert hij naar Delft terug als prior en biechtvader van de zusters franciscanessen in het klooster van Sint Agatha, nu het Prinsenhof in Delft, waar Willem van Oranje later wordt gedood.
Musius praat met humanistische geleerden en schilders. Hij is een mecenas: hij verzamelt schilderijen van Maarten van Heemskerk (zie ook van Ruyven ), die zich nog altijd in het klooster van Sint Agatha, het huidige Prinsenhof, bevinden.
Foto links: Spaanse soldaten bombarderen eerst langdurig de stadsmuren voordat de bestorming kan beginnen.
Nadat Lumey er in 1574 enige tijd is opgesloten wordt het hele slot Honingen (hierboven afgebeeld) deels vernield. Het slot ligt in Rotterdam, tussen de Slotlaan, Essenweg en de Hoflaan.
Links: Een oorlogsschip uit 1560.
Zie voor foto’s en meer informatie: Prins, Bossu Gefrustreerde Spaanse troepen vernielden kasteel Brederode bij Haarlem toen zij terugkwamen van de mislukte belegering van Alkmaar. Zie: Brederode
Voorvader van Willem van der Marck
is het everzwijn van de Ardennen
Everhard van der Marck, de voorvader van Lumey, krijgt de bijnaam het Everzwijn van de Ardennen. Hij is net zo berucht als zijn zoon Everhard III. Everhard II van Arenberg huwt Maria van Lummen. Everhard II heeft drie zonen:
1. Everhard III van Arenberg (“le sanglier des Ardennes”),
2. Willem I van der Marck, “met den baerde”, heer van Lummen, Peer e.a. heerlijkheden
3. Robert of Robrecht, heer van Sedan en hertog van Bouillon
Willem met den baerde (nr 2) is baron of heer Willem van der Marck senior. Hij is misschien de meest gewelddadige. Hij wordt in Sint- Truiden in een valstrik gelokt op 17 juni 1485 door aanhangers van de prins-bisschop van Luik. Er is een feest. Frederik de Montigny daagt hem uit voor een wedren te paard van Sint-Truiden naar Halmaal. Willem doet mee en wordt op die manier van zijn vrienden en bondgenoten gescheiden. Op Brabant gebied neemt men hem gevangen en brengt hem naar Maastricht.
Hij wordt veroordeeld wegens moord en direct op het schavot op het Vrijthof in Maastricht op 18 juni 1485 onthoofd. Maastricht is een tweeherige stede, Brabants en Luiks. Willem met den baerde is de overgrootvader van Lumey. (Bron: Vlaamse Stam, jaargang 37, nummer 10, oktober 2001 drs. Willy Alenus.
De Landvoogdes Maria van Hongarije, bespreekt in 1532 met Everhard van der Marck (zie afbeelding) de opstand in Maastricht. Maastricht behoort voor de helft tot de zeventien provinciën (Brabant) en voor de andere helft tot het onafhankelijke vorstendom Luik. Maastricht is een condominium. Everhard is een volle neef van Lumey’s grootvader. Hij is prinsbisschop van Luik van 1505 tot 1538.
Karel V rondt de eenwording van de Nederlanden af, waaraan de Bourgondische hertogen eens waren begonnen. De Zeventien Provinciën ontstaan. Alleen het prinsbisdom Luik blijft zelfstandig.
(bron: geschiedenis der Nederlanden, Winkler Prins).
Willem van der Marck is mogelijk een kleinzoon van Everhard. Willem wordt wellicht het prinsdom Luik door z’n neus geboord.
Op 30 augustus 1482 doodt Willem metten baerde eigenhandig de prinsbisschop Lodewijk van Bourbon. Hij pleegt daarna een putsch of coup d’ état voor de prinsbisschoppelijke kandidatuur van zijn zoon, Jan I, de grootvader van Lumey. De putsch mislukt met het eindresultaat dat de grootvader van Lumey van 1 september 1482 tot 17 december 1483 illegaal de prinsbisschoppelijke troon heeft bezet.
Everhard komt in 1506 aan de macht en stimuleert de economie. De wapenindustrie groeit, mede door de uitvinding van poederkruit voor geweren.
Kaartje boven: De gemeente Lummen ligt tussen Hasselt en Diest.
Op http://marceltettero.nl/ vind je nog veel mmer informatie over de opstand.